980 27 DECEMBER 1918. De heer GRUIJS verzoekt aanteekening, dat hij ge acht wil worden tegen den post „politie" te hebben gestemd. 21. Schrijven van burgemeester en wethouders, daar bij ter vaststelling aanbiedende een ontwerp-besluit, strek kende om ter voorziening in de behoefte aan kasgeld voor het dienstljaar 1919 eene tijdelijke geldleening aan te gaan, groot f 200000. Zonder bedenking wordt gemeld ontwerp-be: sluit goedgekeurd. 22. Schrijven van den heer J. C. Cram e'rus, dd. 19 December j.l., daarbij te kennen gevende, dat hij zich genoopt ziet, met het oog op zijne particuliere be langen, ontslag te nemen als wethouder der gemeente. De heer CERUTTI zegt, zich ten volle te kun nen beseffen, dat de moeilijke, veelomvattende taak van wethouder en voorzitter van het levensmiddelenbedrijf het voor den heer Cramerus onmogelijk maakt zich ten volle aan zijne particuliere belangen te kunnen wij den. Toch durft hij een poging te wagen, te trachten den heer Cramerus op zijn genomen besluit terug te doen komen De vrede staat voor de deur, en wan neer die eenmaal gesloten zal zijn, is het te verwach ten, dat de distributie-bepalingen belangrijk zullen ver minderen en geleidelijk verdwijnen. Daardoor zal het tevensmiddelenbedrijf kunnen worden geliquideerd. Spre ker gelooft niet te overdrijven, indien hij beweert, dat in- Kien een nieuwe functionaris gekozen zal zijn en deze den weg in het labyrinth van distributievoorschriften zal hebben gevonden, het bedrijf net opgehouden zal zijn. Hij wil daarom met het oog op de benoeming van een nieuwen Directeur voor hQt levensmiddelen-bedrijf, den heer Cramerus verzoeken zijn functie nog een tijd lang te blijven waarnemen. De laatst afgetreden burgemeester heeft bij zijn af- r,che;d nemen in den Raad woorden van waardeering en hulde aan het adres van den heer Cramerus geuit en diens groote werkzaamheid en onvermoeiden iiver gememoreerd en heeft het betreurd, dat de heer Cramerus met het plan rondliep, om als wethou-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 980