27 DECEMBER 1918. 983 Öp de desbetreffende vraag des Voorzitters of de heer B o s s e r s bereid is deze benoeming aan te nemen, verklaart de heer B o s s e r s, dat het hem totaal onmogelijk is deze functie te vervullen, zoodat hij de benoeming niet kan aannemen. Daarna wordt overgegaan tot een nieuwe vrije stem ming, waarbij wederom worden uitgebracht 18 stem men, waarvan 10 op den heer F e b e r, 3 op den heer Z ij 1 m a n s, 2 op den heer Moll en 1 op den heer C e r u 11 i, terwijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd. Zoodat is benoemd tot wethouder dezer gemeente de heer W. J. H. F e b e r. Op de desbetreffende vraag des voorzitters of hij bereid is deze benoeming aan te nemen, verklaart de heer F e b e r, dat er bijzondere omstandigheden zijn, tengevolge waarvan hij niet dadelijk eene beslis sing kan nemen. Spreker wenscht derhalve gebruik te maken van de wettelijke bevoegdheid, om de benoe ming in beraad te houden. 24. De heer GRUIJS wenscht eenige vragen te stel len. Er doen in de gemeente ernstige geruchten zich hooren inzake de vleeschdistributie. Gaarne zou spreker dienaangaande opheldering willen hebben. De heer CRAMERUS zou liever deze vraag niet be antwoorden. Er bestaat groote verwarring door derge lijke onzinnige geruchten. Men spreekt zelfs reeds van in hechtenisnemingen, enz. Spreker kan wel verzeke ren, dat er niet in het minst sprake is van eenige te korten of wat dan ook. De heer BOGMANS zegt, dat waar in de volgende ver gadering de installatie van den nieuwen burgëmeester plaats heeft, er geen gelegenheid zal zijn, om de sala rissen van de tijdelijke ambtenaren te herzien en den duurtetoeslag te veranderen in loon. Spreker vertrouwt echter dat burgemeester en wethouders zoo spoedig'mo gelijk met deze plannen zullen komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 983