984 27 DECEMBER 1918. De heer BROOS zegt, dat die herziening hoofdelijk zal geschieden. De heer CRAMERUS wenscht nog even terug te ko men op het antwoord, hetwelk hij den heer G r u ij s gegeven heeft, opdat men later geen verkeerde conclu sies uit zijn woorden zal trekken, en het publiek aan leiding zou krijgen tot nieuwe geruchten. Het beireit eigenlijk een kwestie met het Rijkskantoor voor vee en paarden in Den Haag, inzake nuchtere kalveren. Vroeger werden deze voor de gemeente genoteerd tegen 'öIVi cent per pond levend slachtgewicht, en moest men ze de slagers geven tegen 55 cent, zoodat de gemeen te op ieder pond vleesch 2% cent moest bijleggen. Deze prijzen varieerden tusschen 60, 55 en 50 cent naar ge lang der klasse. Door onattentheid van den Direc teur bleef die zaak eenigen tijd hangen. Het vleesch .werd gedurig voor den ouden prijs verkocht, zoodat ,het gemeentebestuur op het levensmiddelenbedrijf ver lies leed. Toen heeft spreker zich met de zaak bemoeid met het gevolg dat er een correspondentie mei: den Di recteur van het Rijkskantoor ontstond. Deze nam de kwestie onder handen en maakte de zaak bij den Mi nister aanhangig met het gevolg dat deze de toezegging ileed, dat hij een regeling zou treffen, om aan dezen onhoudbaren toestand een einde te maken. De Minister .zegde een vergoeding toe. Nadere bevestiging hiervan bleef echter uit. Er had een onderhoud met den Minis ter plaats, die zeide binnen enkele dagen aan zijn voor nemen gevolg te zullen geven. De gemeente Rotterdam heeft uit Den Haag bevestiging ontvangen. Breda ech ter niet. Later wist mij iemand, die een onderhoud heeft gehad met den heer Schim van der Loeff, dat deze daarvan niets wist en dat geenerlei vergoeding zou wor den gegeven. Dit deed een vrij ernstig conflict ontstaan tusschen het levensmiddelenbedrijf en den Minister, die voorgesteld had de zaak tot een goed einde te zullen brenger. Van fraude in het levensrrvddelenbedrijf is geen sprake geweest. De heer VAN DEN BIGGELAAR deelt mede. dat later de toezegging voor Rotterdam ook is ingetrokken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 984