986 27 DECEMBER 1918. den heer G r u ij s eens. De vakorganisaties dienen er kend ie worden. Door spreker is reeds meermalen de vraag gesteld of het Bredasche steuncomité geen af- deeling is voor het Koninklijk Nationaal Steuncomité. Op de voorlaatste vergadering is beweerd dat dit niet zoo is. De VOORZITTER moet die meening met alle kracht bestrijden. Er is zoolang gedraaid, dat Breda toe moest geven en ondergeschikt moest worden. Het steuncomité is indertijd door den burgemeester geïnstalleerd. De heer MOLL wil nog even zeggen, dat de wijze, waarop door dit comité thans gewerkt wordt heelemaal niet sympathiek is. Er heerschen groote wantoestanden. De menschen kunnen slechts 's morgens van tien tot half twaalf terecht. Als er veel menschen komen, kun nen zij tenslotte niet eens geholpen worden en moeten terug komen. De heer GRUIJS hoopt, dat de heeren, die lid van dit comité zijn, zich het gesprokene zullen aantrekken. Er moet een beetje achterheen gezeten worden. Spre ker verzoekt nog antwoord op zijn vraag aangaande de Volkstuintjes. De heer CRAMERUS zegt, dat het voorstel van de Volkstuintjes het laatste voorstel is van zijn hand, dat in het college van burgemeester en wethouders ver schijnt. Dit voorstel is alleen opgehouden door de om standigheid van den aankoop van den Belcrumpolder, waarvan de gemeente thans eigenares is geworden. Door enorme drukte was het hem onmogelijk de zaak verder af te werken. 27. De VOORZITTER wenscht nog een kleine mede- deeling aan den Raad te doen. Het gemeentebestuur is voornemens ter gelegenheid van de installatie van den nieuwen burgemeester het Stadhuis electrisch te ver lichten. Daarvoor dient nog deze week aan het maken daarvan te worden begonnen, want reeds de volgende week heeft de installatie plaats. Voor dit doel verzoekt spreker een crediet van f 8000.Voorloopig zullen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 986