28 JANUARI 1918. 99
„Dat is zeer gemakkelijk, maar onwaardig. Mij is
,.n.l. na uitvoerig onderzoek en uit de stukken ge-
bleken dat deze beschuldigingen niet verdiend zijn
„doch integendeel het werk daar met de meeste nauw
gezetheid en door ter zake kundig,en woirdt. uitgevoerd.
,,B. en W. deelden naar aanleiding mijjner vraag
,,Iloe en op welke wijze de bestelling op aardappelen
„geschiedde, mede, dat dit op, de daarvoor bestemde
„hestelkaarten plaats had. Ik constateer dat dit op die
„bestelkaarten gedrukt staat, „De verzending gelieve
,,U te doen plaats hebben zoodat hier ingevuld
„kunnen worden instructies en verzoeken omtrent
„middel van vervoer, data van afzending enz. enz.,
„waarmede dan den Haag zooveel mogelijk rekening
„houdt. Breda nu heeft gedeeltelijk op deze bestel-
kaarten en gedeeltelijk per brief besteld, doch daaruit
„bleek me tot mijn groote verwondering dat daarbij
„geen enkele instructie is aangegeven, zoodat de ver
zending en regeling geheel aan het oordeel der Aard-
appelfeinvereenigdng werd overgelaten.
„Het zal naar mijn oordeel voor den Raad aange
namer zijn' in het vervolg juister te worden ingelicht
„en de hoofdzaken niet worden weggedoezeld door
„gemakkelijke verdachtmakingen aan het adres van
„den Haag etc. die dikwijls niet of heel moeielijk te
„ontmaskeren zijn.
„Naar mijne meening zal door het stellen van vragen
„meer in het algemeen belang worden verricht dan
„door het uitbrengen van, ongemotiveerde protesten of
„bravo's.
„Ten slotte M. de Voorzitter nog de kwestie over
„een persoonlijk feit. Door den namens Uw College
„het woord voerenden wethouder Crameru s, is eene
„beschuldiging voorgelezen aan mijn adres dat politiek
„gedoe de oorzaak zou zijn van mijne kritiek op het
„beheer der distributie.
„Deze beschuldiging werp ik verre van mij af. Ik
„heb slebhts vragen gesteld en inlichtingen gevraagd
