3i MAART 1920. Zonder bedenking wordt overeenkomstig gemeld voorstel besloten. 23. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het adres van mej. B. S. W. E. Korten broe k, tijdelijk ge meente-vroedvrouw, om in aanmerking te komen voor toe kenning van duurtetoeslag, zijnde dit prae-advies van den volgenden inhoud „Bij Uw besluit van 3 Februari j.l. werd om prae-advies „in onze handen gesteld het hierbij teruggaand adres van „mej. B. S. W. E. Kortenbroek, tijdelijk gemeente- „vroedvrouw alhier, verzoekende in aanmerking te komen „voor toekenning van duurtetoeslag. „Naar aanleiding hiervan hebben wij de eer U het vol- „gende te berichten: „De bijslagregeling voor gemeente-ambtenaren, werklieden, „agenten van politie en daarmede gelijkgestelde beambten „werd het laatst vastgesteld bij Uw besluit van 19 Decem- „ber 1918. „In deze regeling is bepaald, dat bijslag zal worden toe- „gekend aan hen, die hunne hoofdbezigheid vinden in het vervullen der gemeente-betrekking, waarvan de daaraan ver bonden bezoldiging is geregeld in den vorm van jaarwedde „of loon. „Eene gelijkluidende bepaling was ook in vroegere rege lingen van dien aard opgenomen. „Van adressante kan niet gezegd worden, dat zij hare hoofdbezigheid vindt in het vervullen der gemeentelijke be trekking, waar zij tevens particuliere praktijk uitoefent, ter- „wijl hare bezoldiging evenmin is geregeld in den vorm van „jaarwedde of loon. De beide tijdelijke gemeente-vroedvrou- „wen alhier worden betaald naar het aantal verlossingen, „door hen verricht en bedraagt sinds 1918 f 6.50 per ver- tossing (vroeger f 5.— „Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer U in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 137