138 3i MAART 1920. „overweging te geven op het onderwerpelijke adres afwijzend „te beschikken." Mevrouw NEVE is van oordeel dat de betrokkene slecht behandeld wordt. De verhooging van f 5 tot f 6.50, die zij gekregen heeft, vindt spr. veel te klein. De VOORZITTER deelt mede, dat een salaris-verbetering onder de oogen wordt gezien. De duurtetoeslag is echter een andere kwestie en daar zij haar hoofdbezigheid niet in dienst der gemeente uitoefent, komt zij niet voor duurtetoe slag in aanmerking. De heer HAALMAN wenscht in verband hiermede in het algemeen over den toestand te spreken. De VOORZITTER is van meening dat dit beter bij de salaris-herziening kan geschieden. De heer FEBER zegt dat de salarisherziening in de eerst volgende vergadering van de Commissie tot reorganisatie van den geneeskundigen dienst door hem aan de orde zal worden gesteld en dat mevrouw N e v e en de heer Haai man zich met hun opmerkingen tot deze Commissie kun nen wenden. De heer HAALMAN zegt reeds zoolang van deze Com missie te hebben gehoord, zonder iets te hebben gezien. De heer FEBER verzoekt opmerkingen in te dienen vóór Woensdag 7 April, daar dan de vergadering der Commissie plaats vindt. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstig gemeld prae-advies. 24. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij voorstellende aan de navolgende ambtenaren, die gedurende het afgeloopen jaar zijn belast geweest met het toezicht en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 138