3i MAART 1920. 139 de controle op de behoorlijke naleving van de verordening op de openbare vermakelijkheden, de volgende gratificatiën toe te kennen, en wel aan den controleur Engbersenf 125. aan den ambtenaar Moonen- 100. aan den bevolkingsagent Bom- 100. aan den bureelambtenaar Bartels 40. Niemand der leden hiertegen eenige bedenkingen hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 25. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij in overleg met de commissie voor de ambachtsschool en met goedkeuring van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, voorstellende a. definitief te benoemen tot leeraar in het meubeltee- kenen aan de ambachtsschool H. T r o s s e 1, thans tijdelijk als zoodanig werkzaam, onder bepaling, dat deze benoeming zal geacht worden te zijn ingegaan op 1 October 1919 en b. te benoemen tot tijdelijk leeraar in het voortgezet theoretisch onderwijs aan de ambachtsschool voor het tijdvak van 1 October 19191 Mei 1920 L. M. A. Slechtriem. Zonder bedenking wordt overeenkomstig gemeld voorstel besloten. 26. Schrijven van burgemeester en wethouders daarbij in overweging gevende hen een crediet toe te staan van f750. ten einde een onderzoek in te stellen in hoever door ver bouwing van de bestaande of het stichten eener nieuwe am bachtsschool de gebreken, welke de tegenwoordige onder wijsinrichting aankleven, kunnen worden weggenomen. De VOORZITTER wil naar aanleiding van dit voorstel eenige opmerkingen maken Spr. heeft van eenige raadsleden een brief ontvangen betreffende mogelijk brandgevaar aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 139