3i MAART 1920
145
fing geregeld is in overleg met de besturen en spr. moet
opkomen tegen het in een verkeerd daglicht stellen van
deze zaak. Het kan niet de bedoeling zijn om de arbeiders
te exploiteeren. Een vast loon kan niet worden bepaald.
De heer MOLL wijst er op, dat, toen de werkloosheid
kwam en een groot gedeelte der arbeiders zonder inkomen
was, van gemeentewege iets gedaan moest worden. Spr.
meent dat dit de juiste wijze is van werkverschaffing. Mis
schien kan dit nog verbeterd worden. Dit is in ieder geval
beter dan te laten leegloopen.
De heer F. SCHRAUWEN Dat is een valsche voorstel
ling van de feiten.
De VOORZITTER zegt dergelijke uitdrukkingen niet te
kunnen toelaten.
De heer F. SCHRAUWEN zegt geen beter woord voor
deze verkeerde voorstelling te kunnen vinden. Wij zijn niet
tegen werkverschaffing, zegt spr.
De heer MOLLDat heb ik niet gezegd.
De heer F. SCHRAUWEN meent dat de arbeiders voor
een proef worden gesteld, die niet kan worden genomen. Zij
zullen dit werk niet kunnen verrichten. Nu wordt er gezegd,
dat zij liever ledig langs de straat gaan. Spr. moet daar
tegen opkomen. De arbeiders mogen niet bij de werkver
schaffing misbruikt worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt alsnu besloten
het gevraagde crediet toe te staan.
De heer F. SCHRAUWEN wenscht geacht te worden
tegen het voorstel te hebben gestemd.
28. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij