148 31 MAART 1920. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel. 33. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij ter definitieve vaststelling aanbiedende een ontwerp-besluit tot onteigening van domeingronden, luidende als volgt „In uwe vergadering van 14 November j.l., werd goedge keurd een voorloopig plan tot onteigening van verschillende „domeingronden, ten einde die gronden te kunnen aanwen ken in het belang der volkshuisvesting en in de eerste „plaats tot het bouwen van zoogenaamde middenstandswo- „ningen. „Overeenkomstig de voorschriften der onteigeningswet „werd het plan met de vereischte bescheiden op de gemeente secretarie voor eenieder ter inzage nedergelegd, waarbij „tevens de aandacht er op gevestigd werd, dat bezwaren „tegen de voorgenomen onteigening schriftelijk aan ons „college konden worden kenbaar gemaakt. „Van de zijde van het Domeinbestuur werd ons inmiddels „het verzoek gedaan niet in de onteigening op te nemen „het perceel aan den Wilhelminasingel, sectie B, no. 5815. „wijl het bij de Regeering voorwerp van onderzoek uitmaakt „of daaraan alsnog eene andere in het Rijksbelang te geven „bestemming zou worden toegekend. „Bij ons bestaat geen bezwaar aan dit verzoek gevolg te „geven. „Wat het perceel sectie B, no. 6062, tusschen Oranjesingel „en Ceresstraat aangaat merken wij op, dat de Minister „van Financiën blijkens hierbij overgelegd schrijven d.d. „29 Januari 1920, no. 161 een deel ervan gereserveerd wenscht „te zien ten behoeve van de Bredasche bierbrouwerij „de „drie Hoefijzers", firma F. Smits van Waesberghe, terwijl „blijkens schrijven d.d. 13 Februari 1920, no. 191 van den- delfden bewindsman, deze bereid is te bevorderen, dat even- „eens een deel ter beschikking komt van het R. K. Kerk-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 148