3i MAART 1920. 161 De in bedoeld schrijven aangehaalde inlichtingen zijn van den volgenden inhoud „Aan den heer BURGEMEESTER „der gemeente Breda. „Weledelachtbare heer, „Uw schrijven dato 23 Januari 1920 gewerd ons ingoede „orde en het is ons aangenaam, om Uwentwille de gevraagde „inlichtingen te geven omtrent de punten, die in den Raad „ter sprake gebracht zijn betreffende de uitvoering van de „betonfundeering der arbeiderswoningen, welke door onze „vereeniging aan den Haagweg alhier gebouwd worden. Wij „herhalen, dat wij het gaarne doen „om Uwentwille". Im- „mers de wijze, waarop de vragen door den interpellant zijn „ter sprake gebracht en in aanmerking genomen, alhetgeen „ons betreffende deze kwestie door derden ter oore kwam, „doet ons overhellen het beantwoorden der vragen te wei geren onder de motiveering, dat de Raad de voorwaarden „van publieke of onderhandsche aanbesteding niet heeft „gesteld en dat derhalve deze zaak verder behoort tot de „interne aangelegenheden onzer vereeniging. „De vragen vervat in Uwe geëerde missive van 23 Jan. „1920 meenen wij als volgt te mogen resumeeren „1. Of het juist is, dat de opdracht voor de uitvoering „van de fundeering der arbeiderswoningen door de „R. K. Bouwvereeniging „St. Joseph" zonder publieke „of onderhandsche aanbesteding heeft plaats gehad „en is opgedragen aan de N.V. Intern. Gewapend- „betonbouw te Breda. „2. Of het ons bekend is, dat de regeering in dergelijke „gevallen publieke of onderhandsche aanbesteding „wenscht. „3. Op welken grond eene als sub. b genoemde aanbe steding, die naar de meening van den interpellant „de kans heeft op de financieel meest voordeeüge „uitkomsten, is vermeden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 161