fg 162 31 MAART 1920. „4. Of het bedrag der aannemingsom ad. f 150.000 „minstens f 15.000 kan te hoog zijn. „5. Of het feit, dat de architect de heer van Groe- „nendael, het timmerwerk ongeveer f 12.000 te „hoog zou hebben aangeboden, de aannemingsom „onnoodig met dat bedrag zou hebben verhoogd. „De door U gevraagde inlichtingen volgen hier ad. 1. „Wij hebben de eer U mede te deelen, dat de „vraag ad. 1 hiervóór bevestigd kan worden be antwoord. Tevens deelen wij U mede, dat tot „die opdracht zonder publieke of onderhandsche „aanbesteding in de algemeene vergadering der „leden van onze vereeniging op 30 Juli 1919 is „besloten met algemeene stemmen. ad. 2. „Het is ons niet bekend, dat in gevallen als door „U bedoeld de Regeering publieke of onderhand- „sche aanbesteding wenscht. Wel is ons bekend, „dat de Regeering en verschillende gemeenten „zelf meermalen in bijzondere gevallen tot het „opdragen van werken, zonder voorafgaande pu blieke of onderhandsche aanbesteding overgaan. „Deze gevallen zijn a. „Wanneer het speciaal constructies of een „werk geldt, waarvoor bijzondere kennis ge- „vraagd wordt of, wanneer verantwoordelijk heid of garantie wordt vereischt, die niet aan „een ieder kan worden opgelegd eindelijk, „wanneer groote spoed moet worden betracht, „zoodat geen tijd voor vóóronderzoek of het „maken van bestek en teekeningen beschik baar is. b. „Wanneer bijzondere werktuigen,gereedschap pen of machines noodig zijn, die niet in „den handel of niet direct te verkrijgen zijn, c. „Wanneer vermeden moet worden, dat de „aannemingsom van werken door zekere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 162