pap 164 31 MAART 1920. „blieke of onderhandsche aanbesteding zijn vele „en wel I. „Dat het bestuur van meening was, dat het „hier een bijzonder systeem van fundeering „betrof, hetwelk hier in de omgeving nog „nimmer was toegepast. II. „Dat hiervoor een outillage noodig was, „welk geen enkele andere haar bekende „gewapend beton-firma in die mate bezit, „dat te verwachten was, dat het werk zon- „der vertraging met den meesten spoed „zou worden uitgevoerd. Ter toelichting „kan ik U mededeelen, dat gedurende de „gansche uitvoering van het werk elf toe stellen voor het pulsen der palen in wer- „king zijn geweest. III. „Dat hier, teneinde prijs te kunnen opge- „ven, ieder der aangevraagde firma's van „te voren grondboringen had moeten doen, „tenzij de Woningbouwvereeniging zelve „de verantwoordelijkheid van door haar te „doen verrichten proef-grondboringen aan vaardde hetgeen onmogelijk werd geacht. IV. „Dat door het feit, dat hier in zeer korten „tijd ongeveer 2400 palen allen op verschil- „lende lengten tot op het vaste zand moes- „ten worden gepulst, eene zoodanige con trole noodig was op de uitvoering, dat „daaraan niet viel te denken, indien niet „een door en door betrouwbare en soliede „firma de uitvoering op zich nam en daar- „mede tevens alle garantie en verantwoor delijkheid. V. „Dat naar de meening van het bestuur, „dit werk, als zijnde een werk van ver trouwen, niet voor publieke of onderhand-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 164