31 MAART 1920. 169 dieper op de zaak ingaan, de motie verdedigen en critiek uitoefenen op de Bouwvereeniging. Spr. bespreekt thans punt 1 van zijn vragen „Of het juist is, dat de opdracht voor de uitvoering van „de fundeering der arbeiderswoningen door de R. K. Bouw vereeniging ,,St. Joseph" zonder publieke of onderhandsche „aanbesteding heeft plaats gehad en is opgedragen aan de „N.V. Internationale Gewapend Betonbouw te Breda" Het antwoord daarop luidt „Wij hebben de eer U mede te deelen, dat de vraag ad 1 „hiervoor bevestigend kan worden beantwoord. Tevens dee- „len wij U mede dat tot die opdracht zonder publieke of „onderhandsche aanbesteding in de algemeene vergadering „der leden van onze vereeniging op 31 Juli 1919 is besloten „met algemeene stemmen". Spr. wijst er op dat al is het besluit met algemeene stem men genomen, hem bekend is dat er wel degelijk oppositie geweest is tegen een dergelijk uitgeven van het werk. De tweede vraag luidde „Of het ons bekend is, dat de regeering in dergelijke „gevallen publieke of onderhandsche aanbesteding wenscht". Het antwoord hierop luidde „Het is ons niet bekend, dat in gevallen, als door U be- „doeld, de regeering publieke of onderhandsche aanbesteding „wenscht. Wel is ons bekend, dat de regeering en verschil lende gemeenten zelf meermalen in bijzondere gevallen tot „het opdragen van werken, zonder voorafgaande publieke of „onderhandsche aanbesteding overgaan. Deze gevallen zijn a. „Wanneer het speciaal constructies of een werk geldt, „waarvoor bijzondere kennis gevraagd wordt, of, wan- „neer verantwoordelijkheid of garantie wordt vereischt, „die niet aan een ieder kan worden opgelegdeinde lijk, wanneer groote spoed moet worden betracht, „zoodat geen tijd voor vooronderzoek of het maken „van bestek en teekeningen beschikbaar is". Spr. wijst erop, dat deze gevallen hier niet zijn voorgekomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 169