3i MAART 1920.
177
Dit acht hij voldoende ter verzekering dat in de toekomst
dergelijke gevallen niet zullen voorkomen.
De heer ZIJLMANS meent ook, dat er geen sprake kan
zijn van dankbaarheid voor het antwoord der Bouwvereeni-
ging. Het betoog van den heer H o r n i x heeft op spr. den
indruk gemaakt van een serieus onderzoek.
Spr. maakt er uit op, dat de Bouwvereeniging in heel veel
zaken ongelijk heeft. Spr. herinnert er aan, dat hij vroeger
opgekomen is voor medezeggingschap van den raad in de
bouwvereenigingen, doch toen is men daarop niet ingegaan.
Thans blijkt wel, dat het noodig is. Politiek staat er geheel
buiten. Ieder moet voldoen aan zijn verplichtingen, onver
schillig wie het is. Spr. acht openbare aanbestedingen noodig.
Het komt hem voor dat er in dit geval geen enkele reden
aanwezig was om het werk aan een bepaalde firma op te
dragen.
De heer LIJDSMAN deelt mede, dat door den Directeur
van Openbare Werken een concept van voorwaarden voor
de bouwvereenigingen is opgesteld. Hierin komt de verplich
ting van openbare aanbesteding nog niet voor.
Spr. wijst op Utrecht, waar ook dergelijke bepalingen
bestaan. In het concept kunnen nog wijzigingen gebracht
worden.
De heer HORNIX constateert, dat de gemeente wel de
gelijk betrokken moet zijn bij de Bouwvereeniging. Het
kwam spr., als lid van den raad gewenscht voor in deze
zaak in te grijpen en zijn vragen te stellen.
Spr. zou gaarne een uitspraak van den raad wenschen of
onderhandsche aanbesteding voor woningbouwvereenigingen
al of niet gewenscht is. Spr. zegt voorts dat de voorzitter,
die gemakkelijker verbinding met Den Haag kan krijgen,
dan de leden van den raad, ook wel voor de circulaire van
den Minister had kunnen zorgdragen.