18 3 FEBRUARI 1920.
voorstelt de ontheffing wel te verleenen, hij tegen het prae-
advies zal stemmen.
De heer LIJDSMAN meent, dat de adressant kan aan
vragen op een andere wijze te mogen bouwen. Dan bestaat
daartegen geen bezwaar.
Nadat de heer ZIJLMANS nog een opmerking heeft ge
maakt, trekt de heer Kor te weg zijn voorstel in en wordt
het prae-advies van burgemeester en wethouders zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd.
22. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het
adres van H. W. L u t z k e te Teteringen om ontheffing van
art. 14 der bouwverordening ten behoeve van het stichten
van een theatergebouw op de perceelen, toegang gevende
aan het van Coothplein, kadastraal bekend sectie B n°. 3037
en 3038, welk punt in de voorlaatste vergadering is aange
houden.
De heer HORNIX zegt zich met het prae-advies van bur
gemeester en wethouders niet te kunnen vereenigen Spr.
meent, dat wanneer dit gebouw gebouwd wordt er nog ruimte
en licht genoeg blijft voor welk gebouw ook. Spr. bestrijdt
in de eerste plaats, dat het bouwplan in strijd zou komen
met art. 14. In de tweede plaats betwist spr., dat de per
ceelen 1 tot 11 in de Ginnekenstraat tengevolge van den
bouw van dit perceel te weinig licht en lucht zullen krijgen.
Hij meent, dat de weigering inzake de Hanzebank een heel
ander geval is. Daar was slechts een afstand tot de andere
gebouwen van vier meter, doch hier blijft zeven meter ruimte.
Wat betreft de panden op het van Coothplein 15 en 17,
dat deze in het gedrang zouden komen, daar is wel iets van
aan, doordat achter deze panden de ruimte is volgebouwd
met schuurtjes. Maar daar kan toch geen rekening mee
gehouden worden. Spr. kan zich dan ook niet met het prae-
advies van burgemeester en wethouders vereenigen.