28 APRIL 1920. 197 distributiebedrijf is een regeling getroffen, op grondslag van desbetreffende rijksvoorschriften. Het komt spr. voor, dat de beoordeeling van elk geval afzonderlijk de veiligste weg is en ook het meest billijk tegenover de personen, aan wie bij vorige gelegenheden de extra-uitkeering geweigerd werd. De heer F. SCHRAUYVEN handhaaft zijn voorstel. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel van den voorzitter. 11. Adres van W. W. Plasman, tijdelijk onderwijzer aan de ambachtsschool alhier, verzoekende als zoodanig vast te worden aangesteld en het daarheen te leiden, dat hij in het pensioenfonds wordt opgenomen. De VOORZITTER stelt voor, dit adres in handen te stellen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. Daartoe wordt besloten. 12. Schrijven van het bestuur der R.K. Openbare Lees zaal en Bibliotheek aanbiedende de rekening over 1919 en het jaarverslag enz. De VOORZITTER stelt voor, dit schrijven te voegen bij de subsidie-stukken, welke spr. in de volgende vergadering van den raad hoopt te brengen, daar officieus ten aanzien van den Rijkssteun overeenstemming is verkregen. Daartoe wordt besloten. 13. Adres van den inspecteur en de adjunct-inspecteurs van politie, verzoekende hunne salarissen te herzien. De VOORZITTER geeft in overweging, dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. Daartoe wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 197