202 28 APRIL 1920. prae- advies gaan, en waarvan het twijfelachtig is of zij bij den raad thuis behooren, niet telkens zoolang gesproken werd. De zaak kan slechts vlugger loopen bij eene behoorlijke voorbereiding. Bovendien zal op dit oogenblik niemand het voorstel-R u t g e r s goed in zijn hoofd hebben. Het kan heel goed zijn, maar er kunnen ook verschillende bezwaren tegen bestaan. De heer BOGMANS vraagt, of het prae-advies lang kan uitblijven. Spreker zou het in de volgende vergadering be handeld willen zien. De heer FPLBER ontraadt ernstig om tot directe behan deling van het adres over te gaan. Plr moet ook aan anderen, die in hunne belangen kunnen worden geschaad, gelegen heid worden gegeven zich eerst over deze zaak uit te spreken. Het voorstel van den heer F. Schrauwen wordt als- nu in stemming gebracht, doch verworpen met 15 tegen 6 stemmen. Tegen stemden de heeren Lij ds man, Hornix, Moll, van Groenendael, Korteweg, Kluft, Clement, Martens, van Dijk, Loomans, Cerutti, Feber, A. Schrauwen, Zijlmans en Kanter s. Vóór waren de heeren Bogmans, G r u ij s, M e ij v i s, Haaiman, F. Schrauwen en mevr. N e v e. Zonder bedenking wordt alsnu besloten het adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethou ders om prae-advies 21. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, aanbie dende een afdruk van een adres, dat door Burgemeester en Wethouders aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal werd verzonden, teneinde de nadeelen uiteen te zetten, welke eene ongewijzigde aanneming van het aanhangige wetsontwerp tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 202