204
28 ARPIL 1920.
De VOORZITTER stelt voor, deze rekening te stellen in
handen eener commissie van drie leden voor onderzoek en
rapport.
Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den raad,
dat de voorzitter deze commissieleden zal aanwijzen,
worden door hem als zoodanig benoemd de heeren Kor-
teweg, Martens en Kanter s.
De heer KANTERS zegt, dat hij liever een ander benoemd
ziet, daar spr. al in zooveel commissies zit en zooveel reke
ningen heeft te onderzoeken.
Alsnu wordt door den voorzitter in de plaats van
den heer Kanters benoemd de heer van D ij k.
23. Tweede suppletoir-kohier, wegens aanwezige beerput
ten in den openbaren gemeentegrond, opgemaakt krachtens
art. 2 sub D van de verordening op de heffing van een
recht voor het gebruik van den openbaren gemeentegrond,
vastgesteld bij raadsbesluit van 15 November 1902, goedge
keurd bij Koninklijk besluit van 30 December 1902, n°. 61.
Zonder bedenking wordt gemeld kohier vastge
steld op een bedrag van f 0.50.
24. Adres van P. J. van Aalst alhier, daarbij onthef
fing verzoekende van art. 14 der bouwverordening voor deze
gemeente met betrekking tot het bouwen eener werkplaats
en houtloods op het open terrein van zijn perceel aan de
Ginnekenstraat n°. 38.
Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de gezondheids
commissie en den directeur van openbare werken, alsmede
een voorstel van Burgemeester en Wethouders om de ge
vraagde ontheffing onder de daarbij aangehaalde voorwaarden
toe te staan.