218
28 APRIL 1920.
„de gemeente verplicht zal zijn telken jare de grondrenten
„te voldoen. Het komt ons voor, dat afkoop in alle opzichten
„gewenscht is en het voordeeligste voor de gemeente zal
„zijn, te meer, daar het klooster een zeer billijke schikking
„wil treffen, gelijk in nevengaand adres is aangegeven.
„De totale kosten van afkoop zullen daardoor f 200.
„bedragen. In het adres wordt de afkoopsom op f 182.
„gesteld, doch hierbij dienen thans de sinds dien verschenen
„renten 1919 en 1920 nog gevoegd te worden.
„Wij stellen U derhalve voor, ons te machtigen over te
„gaan tot afkoop der grondrenten, gevestigd ten behoeve
„van het klooster St. Catharinadal te Oosterhont, welke ten
„laste der gemeente Breda zijn, en ons daarvoor het noodige
„crediet te verleenen".
Zonder bedenking wordt dienovereenkomstig
besloten.
32. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij
ter vaststelling aanbiedende eene ontwerp-verordening tot
heffing van een maximum van 100 opcenten op de hoofd
som der personeele belasting in deze gemeente.
De heer HORNIX wenscht allereerst een paar redactie
aanmerkingen te maken op de verordening zelve.
Aan het slot van de verordening is het woordje niet weg
gelaten, zoodat gelezen moet worden Op de aanslagen van
hen, die niet naar den grondslag huurwaarde worden aan
geslagen, wordt het volle getal opcenten geheven.
Verder is spreker het niet eens met de opvatting van den
wethouder van financiën omtrent art. 247 der gemeentewet.
Volgens spreker moet het woordje uiterlijk zoodanig worden
opgevat, dat het volle getal opcenten eerst mag bereikt
worden bij het vijfvoud van de som, bedoeld in art. 12 der
wet op de personeele belasting. Bovendien is spreker het
niet eens met het voorstel zelf. De personeele belasting is
op zich zelve onbillijk verschillende personen, die overigens