23° 28 APRIL 1920. gesloten contracten voor dit jaar. De heer Haaiman betoogde, dat er f6400.werd weggegooid. Voor de con tracten etc. is thans echter reeds f 3000.besteed. Spr. is van meening, dat het in dit geval nu toch beter is, dit jaar het corps nog Ie laten bestaan anders zijn deze f 3000. in ieder geval weggegooid. De heer KANTERS is het eens met den heer Haaiman. De voorzitter zegt, dat de opheffing dit jaar niet meer kan geschieden. Volgens spr. is dit wel mogelijk. In den Bosch geschiedt dit ook, met ingang van 1 September a.s. De VOORZITTER zegt, dat het standpunt van de heeren Kanters en H o r 11 i x het standpunt van Burgemeester en Wethouders nadert. Toen het voorstel van den heer Haaiman 27 December van het vorig jaar inkwam, heeft het college van Burgemeester en Wethouders een onderzoek toegezegd. O.a. werd hierover de muziekcommissie gehoord. Daarna kwam het bij het college in beraad. Ondertusschen waren echter de contracten reeds afgesloten, omdat men daarmede niet langer wachten kon. De heer HAALMAN verklaart, dat dit niet had mogen geschieden. De VOORZITTER wijst er op, dat door directe opheffing, het geld voor de contracten besteed, weggegooid wo'dt. Het komt spr. beter voor, dezen zomer met het stedelijk mu ziekcorps voort te gaan. Burgemeester en Wethouders zullen dan vóór September tijdig met een prae-advies over deze zaak verschijnen. Het zou zeer moeilijk zijn thans reeds tot opheffing over te gaan. Er zouden dan nog verschillende dingen zijn te regelen, bijv. het wachtgeld aan den directeur en de wijze waarop het vrijgekomen geld besteed moet worden. De heer Haaiman moet ook niet vergeten, dat spr. voordat hij hier kwam, gelezen heeft, dat het stedelijk mu ziekcorps een quaestie was, welke de gemoederen zeer in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 230