3 FEBRUARI 1920. het daarmede niet eens. Hij wenscht, dat tegemoet wordt gekomen aan de verschillende bezwaren en dan de onthef fing te verleenen. De heer F. SCHRAUVVEN zegt, dat toch wel iets rekening moet worden gehouden met dingen, die misschien kunnen gebeuren. Hij wil echter het geval beschouwen zooals het is. Ook de gezondheidscommissie erkent, dat de toestand voor de school er beter op kan worden Als dat zoo is, dan begrijpt spr. niet, wat er dan slechter kan worden. De heer LIJDSMAN is het met den directeur van ge meentewerken eens en zegt, dat er reeds meer klachten zijn geweest. De heer CERUTTI zegt, dat hij voor zal stemmen, echter alleen op grond van het feit, dat het ook aan andere firma's is geweigerd. De heer HAALMAN Dat heeft er niets mede te maken De heer LIJDSMAN blijft bij zijn verdediging van het voorstel. De heer HAALMAN vraagt zich af of de toestand ter plaatse een ideaal is. Dat is het niet. De toestand is er niet best. Hij meent echter, dat door het optrekken van dat gebouw er niets verbetert en niets verslechtert en daarom zal hij tegen het prae-advies stemmen Het prae-advies van burgemeester en wethouders, tot af wijzende beschikking op het verzoek, wordt alsnu in stem ming gebracht, doch verworpen met 12 tegen 7 stemmen. Zoodat besloten is de ontheffing onder nader te stellen voorwaarden te verleenen. Tegen stemden de heeren Martens, Haaiman,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 23