248
28 APRIL 1920.
Spr. is van nieening, dat ook zonder de kostbare verlegging
van den spoorweg, het plan-B o u m a n wel voor uitvoering
vatbaar is. Van de in het rapport opgesomde bezwaren vindt
spr. eenige niet zeer steekhoudend, terwijl naar zijne meening
de voordeelen te klein zijn voorgesteldz.i. zijn er toch
belangrijk meer voordeelen aan het plan verbonden, doch
ook de twee, in het rapport vermelde, voordeelen vormen
een te belangrijk motief, dan om dit plan maar zoo van de
hand te wijzen.
Die toekomst zal er moeten komen door industrieën, welke
zich hier vestigen. Dus men heeft industrieterreinen, ver
keerswegen enz. noodig. Deze nu worden zeer gunstig aan
gegeven op het plan-B o u m a n. De ondernemers kunnen
zelfs villa's bouwen in de buurt van hunne fabrieken. Ook
geeft het plan een groot perspectief voor kanalen en ver
keerswegen, waardoor Breda een internationaal verkeerspunt
kan worden.
Nu zegt men, dit alles ook zonder het plan-B o u m a n
te kunnen bereiken. Spr. is echter van meening, dat men
met dit plan industrieën zal aanlokken, en dit is toch een
eerste vereischte voor de uitvoering van zoo'n uitbreidings
plan. Spr. komt dus tot de conclusie, dat de voordeelen
veel grooter zijn dan de nadeelen. De financieele zijde is
echter niet gering, doch met de tegenwoordige politiek van
hier een stukje bijkoopen, daar een wegje aanleggen, zijn
ook millioenen gemoeid, al merkt men dit niet zoo ineens.
Ook de terreinen in den Belcrumpolder kosten veel geld.
De heer KLUFT is niet overtuigd, dat de uitbreiding on
mogelijk wordt, wanneer het station niet teruggeplaatst wordt.
In andere steden staat het station ook wel midden in de
stad of midden in de uitbreiding Bijvoorbeeld te Haarlem,
Dordrecht en Tilburg. Volgt men het plan-B o u m a n dan
zal het eerst geheel zijn uitgevoerd wanneer Breda drie a
vierhonderdduizend inwoners telt. Dit gaat toch wel een
beetje heel ver. Wanneer er straks reeds over gesproken