250
28 APRIL 1920.
spr. gaarne hierbij een specialist zien, zooals ook voor den
Belcrumpolder is aangesteld, anders vreest spr. dat dit plan
een ramp voor de gemeente zal blijken.
De heer ZIJLMANS zegt, dat het denkbeeld, om bij
ombouw van het station Breda het nieuwe emplacement
te leggen ten noorden van het bestaande, niet nieuw is.
Het is van vrij ouden datum en moet worden toegeschreven
aan het streven om ter vereenvoudiging van de uitvoering
een nieuw station te bouwen geheel onafhankelijk van
het tegenwoordige, dat dan tot het laatste oogenblik in
bedrijf blijft.
Dergelijke plannen bestonden destijds onder andere voor
Utrecht (station aan het Merwedekananaal), Deventer (station
aan den Diepenveenschen weg), doch men liet ze varen om
de volgende redenen
ie. de kosten waren abnormaal hoog
2®. men raakte meer vertrouwd met den ombouw en
ophooging van bestaande spoorwegwerken gedurende
de exploitatiemen denke b.v. aan het nieuwe sta
tion Deventer
3e. men bracht door verschuiving van het station vaak
groote stadsgedeelten in ongunstige conditie.
Wat nu in het bijzonder het plan-B ou man betreft, biedt
het geen enkel voordeel.
Met hetzelfde gemak, waarmede hier eene stadsuitbreiding
ten Noorden van Breda is ontworpen kan men er ontwerpen
aan hare Oost-, West- of Zuidzijde.
Daarentegen dienen de volgende bezwaren zeer ernstig
onder het oog te worden gezien.
ie. Het staat voor mij buiten twijfel, dat de meerdere
kosten van een station B o u m a n boven een ver
hoogd station op de tegenwoordige plaats door de
gemeente zullen moeten worden gedragen en dit zullen
ongetwijfeld vele millioenen zijn.