28 APRIL 1920. 261 naar Ginneken loopt, zullen deze menschen wel in dienst gesteld kunnen worden. Voorloopig zijn zij niet in dienst genomen, omdat de anderen jonger waren. De heer BOGMANS kan hiermede niet accoord gaan. 't Geldt hier een hoofdbestuurslid van eene organisatie. In de vorige vergadering heeft spreker er al op ge wezen, dat de directeur de organisaties niet wil erken nen en thans blijkt, dat spreker geen ongelijk heeft gehad. De VOORZITTER zegt, dat dit geenszins de reden is, waarom die menschen niet in dienst gesteld zijn. Wat het erkennen van de organisaties betreft, verwijst spreker naar vroeger gedane mededeelingen, die af doende die erkenning bewezen. De VOORZITTER sluit alsnu de vergadering. De secretaris, De voorzitter, '7

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 261