28o
26 MEI 1920.
zullen worden, niet alleen middenstandswoningen, maar ook
arbeiderswoningen en woningen voor groote gezinnen.
Door den heer Lijdsman is gezegd, dat voor deze
huizen al f 400.en meer is geboden en dat hiermede
rekening gehouden zal worden. Spr. hoopt echter, dat hiervan
niet het gevolg zal zijn, dat de huizen bij opbod verhuurd
zullen worden.
Den heer Korteweg geeft spreker in overweging, zijne
bezwaren tegen de voorwaarden der rijkssubsidie ter kennis
van zijne partijgenooten, de ministers, te brengen.
De heer ZIJLMANS hoopt, dat niet zoover als de heer
Haaiman wenscht, op dezen weg zal voortgegaan worden.
Spr. meent, dat ook hier vooral het particulier initiatief moet
worden aangewakkerd.
De VOORZITTER merkt op. dat dit voorstel beschouwd
moet worden in het licht van de door Burgemeester en
Wethouders gegeven toelichting en niet naar hetgeen de heer
Haaiman hierover gezegd heeft.
De heer LIJDSMAN acht eene huur van f400.nog
billijk genoeg voor huizen van f 17000.
De heer KORTEWEG vraagt hoeveel tractement een amb
tenaar moet hebben om voor deze woningen in aanmerking
te komen.
De VOORZITTER antwoordt, dat het juiste bedrag, hetwelk
een ambtenaar moet genieten om voor het huren in aan
merking te komen, niet is op te geven. Mocht de huurprijs
te laag blijken, zal deze verhoogd worden in verhouding
met de vrije markt.
De heer KORTEWEG is van meening, dat een ambtenaar
met een tractement van f 4000.en meer, niet dit voordeel
ook nog behoeft te genieten.