26 MËI 1920. 281
De VOORZITTER zegt, dat dit ook geenszins de bedoe
ling is.
Zonder verdere opmerkingen wordt alsnu besloten
overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders.
24. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij
voorstellende de bestaande regeling betreffende den keurings
dienst van voedingsmiddelen en gebruiksartikelen onder de
bestaande voorwaarden te verlengen tot 1 October 1920 in
afwachting van het in werking treden der Warenwet 1919,
Stbld. n°. 581 en in verband daarmede, de benoeming van
den heer dr.. A V e r w e ij te Rotterdam tot directeur van
genoemden dienst te continueeren tot bovenvermeld tijdstip,
ingaande 1 April 1918.
Geen der leden tegen dit voorstel eenige beden
king hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.
25. Schrijven van de commissie van toezicht op het lager
onderwijs te Breda inhoudende dubbeltallen voor de vaca
turen in die commissie, ontstaan door het volgens rooster
aftreden der heeren F. Hohmann en C. L. A. M. van Gi 1 s;
voor de vacature F. Hohmann worden voorgedragen de
heeren F. Hohmann, arts en dr. A. Klein S worm ink,
arts, en voor de vacature C. L. A. M. van Gils de hee
ren C. L. A.M. van Gils en mr. E. L. M. H. baron
S p e ij a r t van Woerden.
Alvorens tot stemming over te gaan, wil de heer HAAK
MAN iets opmerken, op gevaar af, dat de heer Cerutti
weer aankomt met den wethouderszetel, welke hem zwaar
op de maag ligt. Spr. wijst er op, dat de voordrachten voor
deze benoemingen geschieden door de commissie van toezicht.
Spr. zou wenschen, dat dit rechtstreeks van Burgemeester en
Wethouders uitging. Voorts zegt spr. dat zijne partij steeds