26 MEI 1920.
283
26. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij
ter voorziening in de vacature van een lid van het burgerlijk
armbestuur, wegens de periodieke aftreding op 1 Juni a.s.,
in overleg met dat bestuur, ter benoeming aanbevelende de
heeren
i°. mr. W. IngenHousz, aftredend lid,
2°. W. J. A. L o o m a n s.
Wordt overgegaan tot stemming.
Er worden uitgebracht 19 stemmen, waarvan 16 op den
heer mr. W. IngenHousz tegen 2 op den heer W. J.
A. Loomans en 1 op den heer K a n t e r s.
Zoodat de heer mr. W. IngenHousz op
nieuw is benoemd tot lid van het burgerlijk arm
bestuur en zulks voor den gewonen tijd van zitting.
27. Dit punt der agenda werd met punt 22 tegelijkertijd
aan de orde gesteld en behandeld.
28. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij
ter vaststelling aanbiedende een ontwerp-reglement voor de
werklieden in dienst der gemeente.
De VOORZITTER merkt op, dat dit ontwerp aan de
leden in druk is toegezonden en dat het nu de vraag is op
welke wijze de verdere behandeling het meest vruchtbaar
zal geschieden, n.l. door onderzoek in de afdeelingen of in
eene commissie ad hoe. Burgemeester en Wethouders zijn
van meening, dat men door eene commissie ad hoe het
spoedigste tot een goed resultaat kan komen. Indien de
Raad zich hiermede kan vereenigen, stelt spr. voor, 5 leden
voor deze commissie te benoemen, ten einde alle fracties
daarin te doen vertegenwoordigen.
De heer HAALMAN vraagt of eene dergelijke commissi
volledig overleg kan plegen met de organisaties,