286 26 MEI 1920. wel, hoevelen er nog f 18.25 verdienen. De vaststelling dei- loonregeling zal nog wel eenige vergaderingen duren en de arbeiders wachten er al veel te lang op. De VOORZITTER stelt op dit punt den heer G r u ij s gerust. De loonregeling kan spoedig aan de orde komen en dan kan men tevens een overzicht ontvangen over de cijfers De heer Gru ijs wil dit klaarblijkelijk niet zoo heel gaarne weten, anders zou het hem wel bekend zijn. De Raad wil er echter wel van op de hoogte gesteld worden. Overigens is spr. gewend van de partij van den heer Gru ijs maximum- eischen te ontvangen. De heer GRUIJS verklaart, dat dit een minimum-eisch zijner partij is. De heer F. SCHRAUWEN sluit zich aan bij het gespro kene door den heer G r u ij s. Thans wordt er ook weer gezegd, dat deze regeling spoedig zal komen. Zoo ging het ook met het werkliedenreglement. In de eerste vergadering welke de Raad hield in de tegenwoordige samenstelling, werd er reeds op aangedrongen, dat er een werkliedenreglement zou komen. Toen werd er ook gezegd, dat dit spoedig zou komen, wellicht in de daarop volgende vergadering. Spr zegt niet, dat het de schuld van Burgemeester en Wethou ders is, maar het is nu toch al weer een half jaar verder. Dit is een feit. De loonregeling zal wellicht ook niet zoo een, twee, drie klaar zijn, misschien duurt dit nog een half jaartje. Burgemeester en Wethouders weten nog niet eens het minimum-loon. Spr. voorspelt, dat er nog wel eenige maanden overheen zullen gaan. Over de quaestie of zijne partij maximum- of minimum- eischen stelt, zegt spr., dat zij den arbeider vragen, wat hij noodig heeft. Of dit een maximum of minimum is, weten zij niet. Een minimum van f 25.is in elk geval niet te hoogminder kan het al niet. In de vorige vergadering is van Roomsch-Katholieke zijde ook een minimum-loon van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 286