288
26 MEI 1920.
hebben de arbeiders niet veel. Wanneer de nieuwe loon
regeling in werking treedt zonder terugwerkende kracht,
wordt hun het voorgeschotene weer afgetrokken van het
nieuwe loon. Spr. durft hopen, dat Burgemeester en Wet
houders zoo ruim zullen zijn, dat dit niet het maximum zal
zijn en hoopt, dat spoedig in dezen noodtoestand zal worden
voorzien. Spr. stelt daarom voor, het adres terstond te willen
behandelen.
De VOORZITTER antwoordt, dat alle gegevens voor de
loonregeling reeds binnen zijn, zoodat deze regeling in de
volgende vergadering aan de orde zoude kunnen komen.
Men krijgt dan een afgerond voorstel en tevens een overzicht
met hoeveel de gemeentelijke lasten hierdoor bezwaard wor
den. Spr. wil nu ook even een blik slaan over de afgeloopen
10 maanden. In dien tijd is o.a. tot stand gekomen eene loon
regeling voor de werklieden, eene loonregeling voor de politie,
de 48-urige werk-week, eene regeling voor nachtarbeid en
thans dit werkliedenreglement. Spr. draagt dus den werk
lieden een goed hart toe, maar daarom moet men nu niet
overhaast en onvoorbereid een besluit nemen. Er wordt
hierover veel te oppervlakkig gesproken. Spr. geeft daarom
in overweging, dit voorstel niet aan te nemen en te aan
vaarden dat Burgemeester en Wethouders in de volgende
vergadering wel met een degelijk voorbereid voorstel zullen
komen.
De heer BOGMANS voorziet, dat het gevolg van dit voor
stel zal zijn, dat de loonregeling weer langer zal uitblijven.
De werklieden zijn dan weer geholpen en men heeft dus
wederom meer tijd. Spr. vraagt of eene behandeling der
regeling met de zoo even benoemde commissie wel noodig is.
Spr. gelooft den Burgemeester niet meer. Integendeel spr.
vreest, dat het weer een heelen tijd zal duren. Daarom
wenscht spr. eene pertinente verklaring van Burgemeester en
Wethouders, dat de loonregeling in de volgende vergadering
aan de orde zal komen, anders zal hij voor het voorstel zijn.