- „v
292 26 MEI 1920.
De heer CLEMENT vraagt, of de commissie spoedig zal
vergaderen. Spr. vreest, dat het nog lang zal duren eer de
regeling gereed is. Voorts vindt spr. het voorstel eigenlijk
nog te laag.
De heer MARTENS is er voor alvast een toeslag te geven
en dat geld af te trekken van het bedrag waarop de werk
lieden krachtens de terugwerkende kracht recht zullen
hebben.
De VOORZITTER zegt, dat de commissie spoedig bij
eengeroepen zal worden.
De heer KORTEWEG vraagt of de politie er ook bij
hoort.
De VOORZITTER antwoordt, dat deze eene eigen rege
ling hebben.
Het voorstel van de heeren G r u ij s, F. Schrauwe n
en M e ij v i s, wordt alsnu in stemming gebracht en ver
worpen met 13 tegen 6 stemmen.
Tegen stemden de heeren Loomans, Moll, Feber,
Lijdsman, Bogmans, van Dijk, Kluft, Kanters,
Clement, Cerutti, A. Schrauwe n, van Groe-
n e n d a e 1 en Z ij 1 m a n s.
Vóór waren mevrouw N e v e-R e i n t j e s en de heeren
K o r t e w e g, G r u ij s, Martens, Haaiman en F.
Schrauwe n.
Thans wordt in stemming gebracht het voorstel van den
heer Haaiman. Dit wordt aangenomen met 10 tegen 9
stemmen.
Vóór stemden mevrouw N e v e-R e i n t j e s en de heereu
Korteweg, Gruijs, Martens, Bogmans, Haal-