26 MEI 1920. 295 en niet uitsluitend langs het terrein der kazerne, zooals is voorgesteld. Ook heeft spreker er bezwaar tegen, dat de goedkeuring der gevels uitsluitend aan Burgemeester en Wethouders is overgelaten. Spreker zou hierbij aan den Raad medezeggingschap willen zien toegekend. De heer CERUTTI zegt, dat de grond indertijd aan de gemeente gekost heeft 80 cent per M2. Rekent men de waarde van den grond thans op f 12000, dan komt het bedrag, hetwelk aan de vereeniging wordt gevraagd, neer op eene rente van ruim 20 hetgeen toch al te veel is. De heer HAALMAN wijst er op, dat men met hetgeen de heer Zijl mans wil, zeer voorzichtig moet zijn. Dit is eene kwestie van zuiver interne aangelegenheid. Spreker wijst hierbij op de in eene vorige vergadering aangenomen motie- El o r n i x, welke in gevallen, waarin door bouwvereenigingen met steun van de gemeente wordt gebouwd, zooveel mogelijk openbare aanbesteding wenscht. Nu gaat het niet aan, eene vereeniging te noodzaken de uitvoering aan een bepaald architect op te dragen. Er zullen wellicht nog meerdere bouwvereenigingen bij de gemeente om grond en steun komen aankloppen. Deze kunnen in een provinciaal of een landelijk verband zitten, die over een eigen architect beschikken. De plannen zullen toch altijd wel onderworpen moeten worden aan de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders, hetgeen spreker voldoende acht. Tot zijn genoegen heeft spreker gezien, dat Burgemeester en Wethouders het stelsel van erfpacht hebben aanvaard Het betreft hier een recht van opstal, onderbreekt de VOORZITTER. De heer HAALMAN meent, dat dit vrijwel op hetzelfde neerkomt. Alleen komt spreker op tegen den ontzaglijken hoogen prijs, die hier gevraagd wordt. Spreker is van oordeel, dat daarmede geen winst mag worden gemaakt. De grond

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 295