298 26 MEI 1920. De VOORZITTER meent, dat bij eventueele naasting de wijze, waarop de woningen zijn onderhouden, wel een woordje zal meespreken. Bovendien kan dit punt bij de subsidie ter sprake komen. De heer CERUTTI wijst er nogmaals op, dat de koop prijs slechts 80 cent per M2. heeft bedragen en kan niet inzien, waarom de grond aan deze vereeniging niet tegen den kostprijs kan worden afgestaan. De heer FEBER wijst erop, dat de waarde van den grond mitsdien belangrijk is toegenomen. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat er in de toekomst een verbindingsweg tot stand komt over het Chasséeterrein, waarvan de bewoners van den Wilhelminasingel zullen profiteeren. De heer KORTEWEG handhaaft zijn voorstel om te be palen, dat het geheele bebouwingsplan aan de goedkeuring van den Raad zal worden onderworpen. De heer FEBER vreest, dat dit slechts aanleiding zal geven tot vertraging. De heer W e g e r i f is een specialiteit in het bouwen van middenstandswoningen, zoodat men de goedkeuring der bouwplannen veilig aan Burgemeester en Wethouders kan overlaten, De VOORZITTER wijst er nog op, dat er ook eene raadscommissie voor openbare werken bestaat, om Burge meester en Wethouders van advies te dienen in gevallen, waarin dat gewenscht wordt. Spreker vraagt, of de Raad niet zooveel vertrouwen kan stellen in Burgemeester en Wet houders en die commissie dat hij de beslissing omtrent dergelijke eenvoudige bouwwerken aan het college kan over laten. Het voorstel van den heer KORTEWEG wordt alsnu in stemming gebracht, doch verworpen met 13 tegen 6 stemmen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 298