26 MEI 1920. 299 Tegen stemden de heeren Gruijs, Loomans, Moll, F e b e r, L ij d s m a n, Haaiman, van D ij k, Kanters, Cerutti, A. Schrauwen, F. Schrauwen, mevr. N e v e-R eintjes en van Groenendael. Vóór waren de heeren Korteweg, Martens, Bog- mans, Kluft, Clement en Zijlmans. De heer CERUTTI vraagt, of het taalkundig niet juister is om in punt b van de ontwerp-voorwaarden in plaats van eene boete verbeuren te spreken van beloopen. De VOORZITTER zegt, dat tegen deze taalkundige ver andering bij Burgemeester en Wethouders geen bezwaar bestaat. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten aan genoemde vereeniging het recht van opstal te verleenen op de hiervoor aangeduide perceelen voor een termijn van tien achtereenvolgende jaren, aan vangende den eersten Januari 1921, tegen een jaarlijkschen prijs van f 2500.bij vooruitbetaling te voldoen vóór of op den eersten Januari van ieder jaar en verder onder de navolgende bepalingen en voorwaarden a. dat de bij deze in opstal gegeven perceelen uitsluitend zullen mogen worden gebruikt om daarop woningen te stichtenwelke moeten voldoen aan de navolgende eischen ie. Voor de te stichten gebouwen aan den weg langs het terrein der cavaleriekazerne moeten voortuintjes worden aangelegd ter diepte van 3 M., gemeten uit de rooilijn, tevens eigendomsgrens 2e. De sub 1 genoemde voortuintjes moeten op de rooilijn met nette ijzeren hekken of op andere wijze ter goedkeuring van Burgemeester en Wethouders van Breda worden afgesloten. Zij moeten behoorlijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 299