26 MEI 1920. 309 De heer MOLE verzoekt opgaaf van namen van de per sonen op wie dit alles van toepassing is. De heer F. SCHRAUWEN verklaart dat, als de heer Moll dit niet weet, hij niets van de zaak blijkt af te weten. Voorts merkt spr. op, dat in het rapport gezegd wordt, dat er bij voortduring werkwilligen voor dit werk zich aan meldden, doch dat geen van hen aan het werk ging. Als men onwerkwillig is, dan meldt men zich toch ook niet f De werklieden vroegen echter dan waarborg, dat zij f 3. per dag zouden verdienen. Dit is toch niet te hoog. Zij hadden verklaard, gaarne te willen werken, doch met een fatsoenlijk loon. In het rapport wordt ook gezegd, dat ner gens zooveel loon voor dit werk betaald wordt, als hier geschiedde. Spr. wijst evenwel op Bergcn-op-Zoom daar is ook werkverschaffing en daar is een goed loon gewaarborgd, namelijk 24 a 25 cent per M3welke verplaatst wordt. Twee stuk diep is een halve M3. Te Dorst werd f 0.45 per roede betaald, naarmate de grootte, heet het in 't rapport. Spr. dacht, dat de roede een vaste maat was. Voorts wordt er gezegd, dat als men ingegraven is, men wel f4.per dag kan halen. Hiermede is zeker bedoeld, dat er beter gewerkt kan worden. Spr. heeft de menschen gesproken zij hebben zich bij hem be klaagd. Spr. wijst alle insinuatie afhij zal gaarne mede helpen het euvel der werkloosheid te bestrijden, maar niet met zoo'n belachelijk loon, berekend naar de loonen van vóór 1914 door boeren betaald. Spr. ontkent ten sterkste alle sabotage. De heer MOLL vraagt den heer F. Schrauwen hem te bewijzen, dat er iemand is geweest, die geprobeerd heeft, het werk vol te houden. De heer F. SCHRAUWEN ontkent, dat deze Werkverschaf fing aan goede eischen voldeed. Vraagt men nu eene betere en wordt men dan op het resultaat van deze werkverschaffing

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 309