314 26 MEI 1920. diger geweest te beginnen met de ophooging van den Wil- helminasingel. Het werken daar is ook veel makkelijker dan op de heide. Het is een zuiver Christelijk beginsel om te helpen, waar het noodig is. De VOORZITTER wenscht eer. enkele opmerking om trent de zaak te maken. Teneinde de heerschende werk loosheid te bestrijden, werd tot dezen aard van werkverschaf fing besloten en werden voorloopig 10 man aan het werk ge steld, die, wanneer zij even aan het werk gewend waren, gemakkelijk f3.en meer per dag konden verdienen. Er zijn hier echter krachten aan het werk geweest, welke tegenwerkten ten nadeele in de eerste plaats van hen, die het gemeentebestuur wilde en kon helpen. De heer F. SCHRAUWEN interrumpeert door te zeggen, dat er slechts f 1.20 verdiend wordt en dat dit eene schande is en dat de werklieden in het volste recht zijn, indien zij dit niet willen. De VOORZITTER wijst den heer F. Schrauwen er op, dat hij steeds wordt aangehoord, maar dat spr. nu ook verwacht.dat spr. zelf eveneens wordt aangehoord zonder inter ruptie. Spr. meent intusschen de discussie over dit onder werp gevoegelijk te kunnen sluiten. B. Verslagen: 1. Door den heer VAN DIJK wordt namens de commissie, belast met het onderzoek der rekening van den armen raad over 1919, gerapporteerd, dat zij die rekening heeft nagezien en accoord bevonden, hebbende de ontvangsten bedragen f243.036 en de uitgaven f239.17, sluitende alzoo met een batig saldo van f 3-865. De VOORZITTER dankt de commissie voor het ge houden^ onderzoek en uitgebracht verslag en stelt voor de onderwerpelijke rekening goed te keuren. Daartoe wordt besloten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 314