26 MEI 1920.
315
De heer LIJDSMAN, voorzitter van den armenraad,
wenscht geacht te worden niet tot dit besluit te hebben
medegewerkt.
Rondvraag:
1. De heer KLUFT vraagt, of het niet mogelijk is nog
op een later uur dan thans het geval is, een tram te laten
rijden.
De VOORZITTER zegt, dat deze zaak door Burge
meester en Wethouders zal overwogen worden.
2. De heer MARTENS dringt erop aan, om de kiosk op
het Stationsplein te doen wegruimen.
De VOORZITTER zegt, dat die kiosk voor meerderen
een doorn in 't oog is. Nog slechts kort geleden is
opnieuw de toezegging gedaan, dat ze zal worden weg
geruimd. Spreker hoopt, dat daartoe spoedig zal worden
overgegaan.
3. De heer KANTERS wijst op den slechten toestand voor
de raadsleden in de leeskamer en vraagt, of daarin
geen verbetering kan worden gebracht.
De VOORZITTER zegt, dat het hier maar een tijde
lijke maatregel is, waarin spoedig zal voorzien worden.
De VOORZITTER sluit alsnu de vergadering.