328 26 JUNI 1920. „goeding voor hunne bemiddeling bij de uitgifte dezer lee- „ning, aan ons College over te laten. „Naar aanleiding van het bovenstaande hebben wij de eer „U derhalve voor te stellen tot het aangaan dezer geldlee- „ning te besluiten door vaststelling van het bijgevoegde „ontwerp-leeningsplan. „Zoodra de goedkeuring van Gedeputeerde Staten op dit „besluit is verkregen, zal zoo spoedig mogelijk tot de uit voering worden overgegaan, teneinde de storting der gelden „nog in de maand Juli a.s. te kunnen doen plaats hebben". De Raad der Gemeente Breda Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders Gelet op de artt. 44/, 136 en 194 der Gemeentewet; BESLUIT Artikel 1. Door de gemeente Breda wordt aangegaan eene geld- leening tot een nominaal bedrag van twee millioen gulden (f 2.000.000. Artikel 2. De leening is verdeeld in schuldbekentenissen, groot f 1000.of f 500 naar keuze van den geldschieter, lui dende aan toonder. De schuldbekentenissen dragen een doorloopend nummer van 1 tot en met 2000. De schuldbekentenissen van f 500. worden geacht te zijn onderdeelen van een schuldbekentenis van f 1000.en dragen, behalve het nummer, de letter A of B. Artikel 3. De leening draagt eene rente van zes ten honderd (6 °/0) in het jaar, betaalbaar op halfjaarlijksche coupons, verschij nende 1 Januari en 1 Juli.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 328