343
I
20 JUNI 1920.
De jaarlijksche aflossingen worden dan
I f 44000.
- 27000.
De eerste 5 jaren7QOO
- 21000.
f 99000.— f 495000.—
- 27000.—
De volgende 20 jaren- 7000.
- 21000.—
f 55000. - iioooeo.
De volgende 15 jaren27000.- 405000.
f 2000000.
De heer CERUTTI vraagt, of Burgemeester en Wethou-
houders er zeker wel op bedacht zullen zijn, tegen niet te
lagen koers op de leening te doen inschrijven.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit natuurlijk niet zal
geschieden. Verder kan spr. nog mededeelen, dat eerst af
gewacht wordt, hoe de inschrijving op de Arnhemsche leening
afloopt.
Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu besloten
overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders.
2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om de tij
delijke geldleeningen ten laste van den dienst 1919 over te
brengen op het dienstjaar 1920, aangezien op 30 Juni a.s.
het dienstjaar 1919 wordt afgesloten en de redenen, welke
tot het aangaan dezer leeningen hebben geleid, nog bestaan,
Dienovereenkomstig wordt besloten.
3. Ontwerp-besluiten tot wijziging der gemeente-begrooting
voor het dienstjaar 1919 en tot het doen van af- en over
schrijvingen op posten van uitgaaf dier begrooting.