352 9 JULI 1920. 3 en 4 Februari 1920, overeenkomstig het bepaalde bij art. 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afschrift zijn toegezonden en vraagt of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen, allereerst wat betreft de notulen van 12 December 1919. De lieer CLEMENT verzoekt op pagina 515 te schrappen de zin, waarin men spr. laat mededeelen. dat hij behoort tot eene organisatie van 700 man, die allen tevreden zijn over den directeur der Arbeidsbeurs. Spr. heeft deze woorden niet geuit. Met inachtneming dezer wijziging worden de no tulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld. Thans is aan de orde de vaststelling der notulen van 3 Februari 1920. De heer GRUIJS verklaart, dat hetgeen men op pagina 22 spr. laat zeggen, niet door hem gesproken is, doch door den heer Haaiman, en stelt voor, de notulen in dien geest te doen wijzigen. Met inachtneming van deze wijziging worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld. Alsnu is aan de orde de vaststelling der notulen van 4 Februari 1920. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, worden voormelde notulen eveneens goed gekeurd en vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 352