359 9 JULI 1920. De VOORZITTER stelt voor, deze rekeningen eveneens tot onderzoek en rapport te stellen in handen eener com missie van drie leden. Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den Raad, dat de Voorzitter deze commissieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de heeren H o r n i x, van Groenendael en G r u ij s. 22. Adres van H. E. J. van Wees alhier, ontheffing verzoekende van artikel 14 der bouwverordening voor deze gemeente met betrekking tot het bouwen van een magazijn op de perceelen van het Kasteelplein nos. 3 en 5, kadastraal bekend, gemeente Breda, sectie B nos. 74 en 75. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de gezondheids commissie en van den directeur van openbare werken, als mede een voorstel van Burgemeester en Wethouders om de gevraagde ontheffing onder de daarbij aangehaalde voor waarden toe te staan. Zonder bedenking wordt besloten aan adressant de ge vraagde ontheffing toe te staan onder de volgende voorwaarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel b. dat de overdekking van de open blijvende ruimten zoodanig worde aangebracht, dat ventilatie mogelijk is; c. dat ramen worden aangebracht in den achtergevel direct boven de overdekkingen van de open ruimten ter verbetering van de ventilatie in de benedenver dieping van het magazijn d. dat het te bouwen magazijn niet van bestemming verandere en nimmer geheel of gedeeltelijk tot wo ning worde ingericht of gebruikt e. dat ter voldoening aan art. 5 der woningwet eene teekening, ingericht volgens art. 99 der bouwveror dening aan Burgemeester en Wethouders ter goed keuring worde aangeboden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 359