366
9 JULI 1920.
der subsidie gevraagd. Dit maakt nog een punt van onder
zoek uit. Mogelijkerwijs zullen later andere voorstellen in
deze ingediend worden. Op het oogenblik kan dit uit den
aard der zaak niet. Intusschen kunnen de vereenigingen
hare vleugels heel goed uitslaan. Spr. is er niet voor, hier
het particulier initiatief uit te schakelen. Deze zaak leent
zich integendeel uitstekend voor particuliere liefdadigheid.
Voorts zegt spr., dat de moederschapszorg thans niet aan
de orde is en dat het college van Burgemeester en Wet
houders over deze geheel onvoorbereid zijnde aangelegen
heid zich zijne meening wenscht voor te behouden.
Mevrouw NEVE-REINTJES heeft alle sympathie voor de
vereenigingen. Spr. heeft het werken van één dezer vereenigin
gen zelf in het ziekenhuis gezien. Er kwamen op één middag
wel 40 moeders met hare kinderen naar het consultatiebureau.
De vereeniging klaagde alleen over een tekort aan melk. Spr.
vraagt of het niet mogelijk zou zijn eene inrichting te
scheppen, waar de flesschen met melk gereedgemaakt kunnen
worden. Er heerscht thans nog zooveel onzindelijkheid op
dit gebied. Spr. dringt ook aan op meerdere voorlichting
der moeders.
Het spijt den heer HAALMAN, aanmerking te moeten
maken op hetgeen de Voorzitter gesproken h.eeft. Spr.
ontkent echter ten sterkste, dat men hier zou kunnen spre
ken van eene zaak van liefdadigheid, Dit woord is hier uit
den booze het betreft hier eene aangelegenheid van het
grootste belang de zorg hiervoor moet van overheidswege
plaats vinden, maar mag niet aan de particuliere weldadig
heid overgelaten worden.
De VOORZITTER wijst er nogmaals op, dat het subsi-
dievraagstuk nog in onderzoek is.
De heer F. SCHRAUWEN vraagt, of de Raad hierover
uitsluitsel krijgt, wanneer het onderzoek is afgeloopen.