37°
9 JULI 1920.
dat de prijs met een halve cent wordt verhoogd, gaat echter
niet op. Als we zóó terug gaan zien, wil spr. even wijzen
op 1913Toen was de gasprijs 6 cent. Vergeleken met de
tegenwoordige prijzen maakt dit eene enorme verhooging.
Voorts beroept de heer Kanters zich op andereplaatsen
waar het gas nog veel duurder is. Spr. zou echter wel 400
plaatsen kunnen opzoeken, waar de prijs nog lager is, dan
hier.
De heer KANTERS acht dit onmogelijk.
De heer HAALMAN zegt, dat de heer Kanters zou
schrikken van den prijs van het gas te Eindhoven. Spr. acht
het voorts eene voorzichtige politiek van den Raad, door om
de 3 maanden den gasprijs vast te stellen. Dan kan men,
hoe ongaarne ook, verhoogen, indien dit noodzakelijk is.
Kan men aan den anderen kant overgaan tot verlaging, dan
zal spr. de eerste zijn, om een lageren prijs voor te stellen,
want eene onmatige winst acht spr. eene onbillijke verbruiks
belasting.
De heer A. SCHRAUWEN vraagt hoelang het contract
met Princenhage nog van kracht is.
De VOORZITTER antwoordt, dat hem dit thans niet
precies bekend is.
De heer ZIJLMANS is van meening, dat dit contract nog
een jaar geldig is, doch dit heeft niets met deze zaak te
maken. Men moet zien zooveel mogelijk gas te verkoopen.
Is het contract afgeloopen en moet het vérnieuwd worden,
kan men weer andere voorwaarden stellen. Voorts gaat spr.
accoord met het door den heer Haaiman gesprokene.
De heer FEBER wil iets opmerken over het begrip winst.
Tot nu toe schitterde op de begrooting voor de gasfabriek
een mooi bedrag als winst. Een deel hiervan kwam voort