9 JULI 1920.
371
uit het verbruik door de gemeente. Dit deel wordt dus thans
fictief. Bovendien is er nog eene andere factor van belang.
Was de fabriek in handen van particulieren, dan zou de
gemeente eene retributie voor het gebruik van gemeente
grond kunnen heffen, bijvoorbeeld wordt in Rotterdam eene
retributie van f400.000 geheven.
De heer HAALMAN vraagt, wie dat bedrag betalen.
De heer FEBER antwoordt, dat dit ten laste van de gas
fabriek komt.
De heer HAALMAN merkt op, dat het neerkomt op de
verbruikers.
De heer FEBER zegt, dat de heer Haaiman den spijker
op den kop slaat. Spr. hoopt binnenkort een voorstel in dien
geest te doen.
De heer KANTERS wijst er op, dat gezegd is, dat de
prijs om de 3 maanden wordt vastgesteld. Als punt 32 dezer
agenda werd echter heden de prijs eerst vastgesteld voor het
tweede kwartaal. Dit komt er dus op neer, dat we dit jaar
gedurende 6 maanden éene prijsbepaling hebben gehad.
De VOORZITTER antwoordt, dat de heer Kanters in
zooverre gelijk heeft, dat de prijs van het tweede kwartaal
gelijk was aan dien voor het eerste kwartaal. Dat de prijs
voor het tweede kwartaal eerst nu werd vastgesteld, is eene
vertraagde herziening te noemen.
De heeren KANTERS en F. SCHRAUWEN wenschen
aanteekening dat zij tegen het voorstel zijn.
Alsnu wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van Burgemeester en Wethouders.
33. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om in