376
9 JULI 1920.
36. Besluit van Gedeputeerde Staten van Noordbrabant
d.d. 30 Juni 1920, G, n°. 337, houdende goedkeuring van
het raadsbesluit van 26 Juni 1920 tot het aangaan eener
geldleening tot een nominaal bedrag van twee millioen gulden.
De VOORZITTER stelt voor, dit besluit voor kennisge
ving aan te nemen.
Daartoe wordt besloten.
37. Adres van C. C 1 a a s e n alhier, daarbij ontheffing
verzoekende van art. 14 der bouwverordening voor deze
gemeente met betrekking tot het bouwen eener verdieping
op den bijbouw van het perceel aan de Teteringenstraat n°. 42.
Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de gezondheids
commissie en van den directeur van openbare werken, als
mede een voorstel van Burgemeester en Wethouders om de
gevraagde ontheffing toe te staan onder de daarbij aange
haalde voorwaarden.
De VOORZITTER zegt, dat het den directeur van open
bare werken hedenochtend is gebleken, dat het hier bedoelde
werk reeds is uitgevoerd. Burgemeester en Wethouders wen-
schen in verband hiermede hunne maatregelen te nemen en
daarom stelt spr. voor, dit punt thans van de agenda af te
voeren.
Daartoe wordt besloten.
38. Schrijven van het College van curatoren van het
gymnasium alhier, daarbij, in overeenstemming met het
advies van den Inspecteur der gymnasia, aanbevelende
i°. voor eene benoeming tot leerares in de Fransche taal
1. mejuffrouw G. T. L. W o u d a, te Sneek
2. mejuffrouw P. A. Smid, te Amsterdam;
20. voor eene tijdelijke benoeming tot leeraar in de na
tuurkunde, den heer J. Ridder, doctorandus in de
wis- en natuurkunde, te Gorinchem