380
9 JULI 1920.
der keurmeesters nog voorkomen, dat dit vergif terecht is rr
gekomen in de magen der Bredanaars. Anders zou men o]
wellicht eenige dagen daarna in de plaatselijke bladen be- hi
richten gelezen hebben over vergiftigingsverschijnselen of rr
zelfs van sterfgevallen, „vermoedelijk tengevolge van het d:
gebruiken van bedorven vleeschwaren". De term geweten- ui
looze misdadigers kan men dus niet overdreven noemen. ir
Voor dit geknoei zijn de tijdsomstandigheden zeer gunstig. ir
Het is niet alleen voor de arbeiders maar ook voor vele n;
anderen, die men zou kunnen aanduiden met „les nouveaux sc
pauvres", niet mogelijk om vleesch op tafel te krijgeng<
daarom profiteeren deze menschen graag van gedane aan- m
biedingen van vleesch voor lageren prijs. Hiervan maken de in
slagers gebruik. Van wederzijdschen kant bestaat er dus b<
aanleiding op dergelijke wijze in gevaarlijke toestanden te d(
geraken. Spr heeft reeds aangetoond, welke ernstige ge- di
volgen hieruit kunnen ontstaan. Daarom is het de taak der ai
gemeente, alles te doen wat mogelijk is, teneinde dit te In
voorkomen. De bestaande keuringsdienst is onvoldoende. vl
Spr. is eenigermate „insider" en dus op de hoogte met de S[
toestanden. Het personeel is te gering. Vooral gedurende o\
de laatste dagen der week zijn de keurmeesters overladen ge
met werkzaamheden; bovendien zijn zij belast met het keuren te
van visch op de vischmarkt. Gevolg van een en ander is, de
dat de slagers precies weten, wanneer de keurmeesters op sti
kantoor zijn of in welk stadsgedeelte zij zich bevinden en ju
intusschen halen zij aan den anderen kant der stad den A;
rommel binnen. De situatie van de stad werkt dit alles ook ee
zeer in de hand. is,
be
De heer HORN1X zegt, dat men maar tot annexatie moet zo
overgaan. en
be
De heer HAALMAN verklaart, dat annexatie daarom ook ga
als punt éen staat op het gemeente-program van spr.'s partij, Sf
maar men moet daarop niet wachten, doch reeds nu de l'g