26 JULI 1920. 403 wordt op de toestemming van de houtvesterij om de rails op kortoren afstand dan 2 M. van de boomen te leggen. De heer HAALMAN vraagt, of bij het toestaan van recla mes op de tramrijtuigen wel de meest mogelijke voordeelen voor de gemeente bedongen zijn. De VOORZITTER antwoordt hierop bevestigend. Met verschillende firma's hebben dienaangaande besprekingen plaats gehad. De heer HAALMAN zijne stem motiveerende, zegt, dat hij voor het voorstel zal stemmen, wijl hij van meening is, dat het bedrijf niet met verlies mag werken. De heer CERUTTI zal ook niet tegen het voorstel stem men, maar zou toch in overweging willen geven om po gingen aan te wenden, dat de tram naar Princenhage weder in exploitatie wordt gebracht, hetgeen met eene subsidie van f 1000.per jaar kan verkregen worden. Zonder verdere bedenking wordt alsnu de voor gestelde tariefsverhooging goedgekeurd. 15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vast stelling eener regeling van den verloskundigen dienst en belooning van de vroedvrouwen, luidende als volgt ,,Van de commissie voor de reorganisatie van den genees kundigen dienst ontvingen wij een voorstel om, in afwach ting van verdere regelingen, welke bij die commissie alsnog „een punt van overweging uitmaken, den verloskundigen „dienst voor armlastige patiënten opnieuw te regelen en „daarbij de positie der vroedvrouwen onder de oogen te zien. „De commissie is van oordeel, dat het aanbeveling ver- kient, de gemeente voor dat doel te verdeelen in twee wijken „en ieder der beide vroedvrouwen te belasten met de zorg „voor een dier wijken. „Het tegen dit denkbeeld geopperde bezwaar, dat daardoor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 403