26 JULI 1930.
De heer A. SCHRAUWEN was bij deze stemming afwezig.
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders
bereid zijn, het voorstel van den heer Haaiman, om de vaste
bezoldiging te brengen van f 500.op f 600.per jaar,
over te nemen.
Niemand der leden hierover stemming verlangende, wordt
dit voorstel aangenomen.
Het aldus gewijzigde voorstel van Burgemeester en Wet
houders wordt alsnu eveneens zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Rondvraag:
1. De VOORZITTER zegt, thans allereerst eene mede-
deeling te willen doen, naar aanleiding van de vraag van
den heer Z ij 1 m a n s, in eene vorige vergadering gedaan,
met betrekking tot eventueele kanaalverbindingen België
Nederland. Spreker zegt, dat blijkens eene aan hem door
eene zeer bevoegde autoriteit gedane mededeeling deze zaak
in het wijzigingsontwerp van het tractaat van 1839 ter be
studeering wordt opgedragen aan eene commissie die even
tueel in het leven zal worden geroepen. Het is dus thans
nog niet het moment ter zake te handelen eene afwach
tende houding zal moeten worden aangenomen, hetgeen niet
verhindert, dat aan de zaak de volle aandacht blijft gewijd.
Over de vleeschkeuring kunnen nog geene mededeelingen
worden gedaan.
De heer ZIJLMANS dankt den Voorzitter voor de
gegeven inlichtingen.
2. De heer F. SCHRAUWEN wenscht een paar vragen
te stellen in verband met werklieden in gemeentedienst, die
aangesloten zijn bij den Centralen Bouwvakarbeidersbond.