26 JULI 1920.
411
De VOORZITTER geeft in overweging deze vragen schrif
telijk in te dienen.
3. Door den heer BOGMANS worden de volgende vragen
gesteld
1. Achten Burgemeester en Wethouders het niet wen-
schelijk, dat de eerste diensten, die door het personeel
der gemeente-tram gereden moeten worden, zijnde
aanvang 7 uur voor den eersten dienst naar Ginne-
ken en eersten dienst naar Station, aanvang 7.15,
vervallen op Zondagen, opdat daardoor het personeel
beter in de gelegenheid wordt gesteld, dan tot nu
toe geschiedt om hunne godsdienstplichten te kunnen
vervullen
2. Achten Burgemeester en Wethouders het niet billijk
en kan niet besloten worden, dat de extra-ritten die
door het personeel moeten gereden worden, ook
extra betaald worden
3. Kan door Burgemeester en Wethouders niet bevorderd
worden, dat aan het personeel meer vrije Zondagen
worden gegeven, b.v. door het aanstellen van hulp
personeel
4. Kan het poetsen der rijtuigen voor de conducteurs
niet vervallen door het aanstellen van een poetser?
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders
van die vragen zullen kennis nemen en in eene volgende
vergadering daarop zullen antwoorden.
4. De VOORZITTER zegt, dat het plan bestaat, om het
urinoir in het Valkenberg te verplaatsen. Zooals het thans
is geplaatst is het allerhinderlijkst. Intusschen brengt ver
plaatsing naar een minder in het oog vallende plek kosten
mede, welke zeer aanzienlijk zouden zijn. Burgemeester en
Wethouders zouden tot wegruiming willen overgaan, doch
wenschen, ook in verband met hetgeen er vroeger over deze