- 20 AUGUSTUS 1920. i De heer LOOMANS zegt, dat op pag. 6öo, 8e, ge en toe regel van boven ten onrechte is vermeld, dat door hem zou gezegd zijrty dat het onjuist is, hetgeen staat op bladz. 12, hoofdstuk 8 art. 9, dat de Katholieken uitgestooten worden. Die woorden zijn door hem niet gesproken en behooren dus te vervallen. Hetgeen dienaangaande in het centraal rapport vermeld staat, is juist. Met inachtneming van deze wijziging, worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld. Daarna stelt de VOORZITTER aan de orde de vaststel ling der notulen van 4 Maart en 31 Maart 1920, welke achter eenvolgens zonder eenige bedenking worden goedgekeurd. De VOORZITTER deelt mede, dat is ingekomen een schrijven van den heer li ornix, berichtende, dat hij we gens uitstedigheid verhinderd is, deze vergadering bij te wonen. Alsnu stelt de VOORZITTER aan de orde A. Ingekomen stukken. 1. Schrijven van de Gedeputeerde Staten van Noordbra bant, d.d. 3 Augustus 1920, G n°. 425, geleidende een uit treksel uit het Koninklijk besluit van 16 Juli j.l. n°. 79, waarbij goedkeuring is verleend aan het raadsbesluit van 28 April j.l. tot heffing van opcenten op de hoofdsom der personeele belasting, 2. Besluit van de Gedeputeerde Staten voornoemd, d d. 3 Augustus 1920, G n". 564, houdende vaststelling van de rekening dezer gemeente over het dienstjaar 1918, bedra gende in ontvang f 3707254.35 en in uitgaaf f 3219416.3Ó5, sluitende alzoo met een goed slot van f 487837.980. i

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 419